Onze huid communiceert

Robert van Esch

Robert van Esch MSc.
PsychoNeuroImmunoloog

De huid is het grootste orgaan van ons lichaam. De verschillende huidlagen hebben elk hun kenmerkende eigenschappen en celtypen. De huid bevat tevens een complex neurologisch en hormonaal netwerk dat fungeert als een uitgestrekt tastzintuig. Naast de functionele eenheid van de haarfollikel bevinden zich in de huid multifunctionele afweercellen. Tevens vormen in de huid aanwezige cellen een bron van communicatiemoleculen. Aldus is sprake van een systemische huidconnectie die somatische, neuro-endocriene en immunologische interactie heeft met het centrale zenuwstelsel en het immuunsysteem.

De huid is opgebouwd uit enkele lagen die uit verschillende celtypen bestaan. De ondoordringbaarheid van de huid is voornamelijk te danken aan de hoornlaag of stratum corneum. Deze toplaag van het huidepitheel bestaat deels uit dode, sterk afgeplatte cellen die extra bescherming geven. Ook bevinden zich in de hoornlaag niet differentieerbare, biochemisch actieve corneocyten. De onderliggende laag, de opperhuid of epidermis, bestaat uit de keratinocyten en melanocyten, die respectievelijk de eiwitten keratine en melanine produceren. Keratine versterkt de huid en melanine beschermt tegen straling. Daaronder ligt een laag bindweefsel, die lederhuid of dermis wordt genoemd. De dermis bevat bloedvaten, zenuwcellen en collageen producerende fibroblasten, die mede de stevigheid en elasticiteit bepalen. De extracellulaire matrix bestaat uit glycosaminoglycanen (GAG) en hyaluronzuur. De subcutus of hypodermis is de diepere laag die adipocyten bevat en een primaire rol vervult bij temperatuurregulatie. Tezamen vormen de huidlagen een effectieve bescherming voor de onderliggende weefsels en organen tegen de schadelijke invloeden van buitenaf, zoals uitdroging of excessieve blootstelling aan vocht.

De anatomie van de huid

De anatomie van de huid

Voegeli D. Nursing Standard. 27(11): 59-68, 2012

De huid vormt een stabiele, fysieke barrière tussen het interne milieu en de lichaamsomgeving en biedt mechanische, chemische en microbiologische bescherming. Begrijpelijkerwijs kunnen maar weinig moleculen doordringen in de huidlagen. Tevens biedt de huid middels melanocyten een palet aan beschermende pigmentatie tegen ultraviolette straling (UV) en een complex neurologisch, hormonaal netwerk dat een uitgestrekte tastzintuig vormt. De formatie van de huidbarrière is afhankelijk van junctie-adhesie moleculen en tight junction-eiwitten. Deze adhesiemoleculen en bindingseiwitten zijn tevens kenmerkende sleuteleiwitten voor epidermale lagen van diverse organen, zoals longen en darmen.

Naast een beschermende functie heeft de huid ook een rol bij de handhaving van het fysiologisch evenwicht of homeostase, daartoe uitgerust met diverse klieren die zweet, geur en talg produceren. De meest dominante zijn de zweetklieren. Zij zijn nauw betrokken bij de koeling en handhaving van de lichaamstemperatuur en kunnen bij een volwassen mens tot drie liter (!) water per uur uitscheiden. Wateruitscheiding via de huid kan al op gang worden gebracht door stijging van de buitentemperatuur. Normaal of gezond zweet is een heldere, geurvrije, kleurloze, licht zure vloeistof dat voor meer dan 99 procent bestaat uit water en wat sporen van elektrolyten (natriumchloride, calcium, kalium, natriumbicarbonaat), melkzuur, ureum, ammoniak en zware metalen. De zweetklieren zijn tevens in staat geconcentreerde hoeveelheden uit te scheiden van antibiotica, chemotherapeutica en andere lichaamsvreemde moleculen. In de huid bevinden zich bovendien zo’n vijf miljoen haarfollikels. Alle zoogdieren – dus ook de mens – kenmerken zich door het hebben van haarfollikels: de enige lichaamsorganen die voortdurend regenereren in een cyclus van groei, regressie en relatieve stabiliteit. Aan de basis van de haarfollikel bevindt zich bovendien de epitheelstamcel. Deze zorgt dat de haarfollikel alle belangrijke fysiologische processen kan doormaken, zoals gecontroleerde groei en apoptose, intracellulaire communicatie, differentiatie, migratie, hormonale reactiviteit en hoogstwaarschijnlijk glucosemetabolisme.

Nutriëntenstatus

De doorlaatbaarheid van de huid is grotendeels gebaseerd op de kwaliteit en kwantiteit van in het lichaam aanwezige vetzuren. De huid kent een actieve stofwisseling van onverzadigde, meervoudige vetzuren en gebruikt de uit de voeding afkomstige vetzuurbronnen, zoals linoleenzuur (GLA), arachidonzuur (AA) en omega 3-vetten (EPA, DHA), voor immunologische programmering, weefselopbouw en flexibiliteit. Verstoring van deze vethuishouding kan onder meer leiden tot of bijdragen aan abnormaliteiten, zoals atopisch eczeem, die geassocieerd worden met een verstoorde prostaglandinesynthese ten gevolge van een afwijkende balans tussen de diverse omegavetzuren.

De lipofiele vitaminen A, D, E en K zijn eveneens betrokken de huidfuncties. Vitamine A in de vorm van retinol voorkomt overmatige expressie van keratinocyten; vitamine E stabiliseert de celwanden, voorkomt oxidatie van de ingebouwde vetzuren en vitamine K is een belangrijke stollingsfactor, die onderhuidse bloeding kan voorkomen. Een opvallende rol in de huidstofwisseling is weggelegd voor vitamine D. Feitelijk is vitamine D geen vitamine, maar een lichaamseigen hormoonderivaat. Cholesterol is de klei waarmee het lichaam niet alleen steroïdhormonen, maar ook vitamine D kneedt. Het wordt gevormd in de dermis en epidermis onder invloed van ultraviolet-B-straling, biologisch beschikbaar gemaakt in de lever als 25-hydroxyvitamine D3 en in de nieren als het actieve 1,25-dihydroxivitamine D3 (1,25-D3).

Epidermis

Verspreid in het epidermis bevinden zich keratinevormende cellen, de keratinocyten. Dieper in het epidermis liggen Langerhanscellen, Merkelcellen en melanocyten. Keratinocyten vormen mede de tight junctions en zorgen dat de Langerhanscellen en intradermale lymfocyten op hun positie blijven. Keratinisatie is onderdeel van de vorming van de fysieke barrière, waarbij de keratinocyten steeds meer keratine produceren en uiteindelijke differentiatie ondergaan naar kernloze corneocyten. Voorts kunnen keratinocyten immunologische modulatie tot stand brengen middels de productie van antimicrobiële eiwitten, chemokines en anti-inflammatoire cytokinen. Zowel Langerhans- als Merkelcellen stammen af van afweercompetente beenmergcellen. Langerhanscellen hebben een observerende taak binnen het immuunsysteem zodra ze mogelijke, lichaamsvreemde indringers traceren. Merkelcellen functioneren als mechanische receptoren en staan in verbinding met uitlopers van uit het interne milieu komende, gemyeliniseerde zenuwvezels. Zij concentreren zich rondom huidklieren en haarfollikels en zijn in staat eiwitmoleculen voort te brengen, die zich gedragen als neurotransmitters. Melanocyten zijn feitelijk van neurogene oorsprong. Hun anatomische aanwezigheid is niet alleen vastgesteld in de huid, maar ook in de oren, mucosale membranen, vetcellen en het centrale zenuwstelsel. Dientengevolge produceren melanocyten en keratinocyten het hormoon α-MSH dat ook in de hypofyse geproduceerd wordt. Daarnaast kan het hypofysehormoon ACTH, betrokken bij cortisolproductie, zich binden aan receptoren op melanocyten. Zowel α-MSH als ACTH kunnen zich binden aan MSH-receptoren op melanocyten om proliferatie, groei en dendritische formatie van melanocyten tot stand te brengen.

De productie en verplaatsing van melanosomen door melanocyten en fagocytose door keratinocyten
Ando H et al. Journal of Investigative Dermatology 132: 1222–1229, 2012

Melanocyten produceren bovenal melanine dat pigment vormt als bescherming tegen UV-straling. Bij een normale huidfunctie is transcriptiefactor p53 de dominante activator van de huidkleuringsfase en een essentiële component van de keratinocyt-melanocyt signaalcyclus die huidpigmentatie reguleert. Opvallend is dat het gen dat codeert voor p53 het belangrijkste tumorsuppressie-gen is van het lichaam! Blootstelling aan UV-straling zorgt in keratinocyten voor de activatie van die factor, waardoor de transcriptie start van het POMC (pro-opiomelanocortine) in de keratinocyten. De transcriptie van POMC leidt vervolgens via autocriene of paracriene mechanismen tot een verhoogde vrijmaak van α-MSH dat de synthese van het eumelanine stimuleert. Hierdoor wordt de huidpigmentatie opgedreven. In de melanocyten bevinden zich specifieke organellen, de melanosomen, waar de melanine gevormd wordt die kleuring geeft aan haar, ogen en huid. De synthese van melanine in de melanosomen, samen met de transfer van melanine naar de omringende keratinocyten, zorgt voor een uniforme verdeling van het pigment. De melanosomen produceren in de huid twee soorten melanine, namelijk eumelanine (bruin/zwart) en feomelanine (rood/geel), uit het aminozuur L-tyrosine. In de hersenen produceren melanocyten bovendien een van eumelanine afgeleide metaboliet, namelijk neuromelanine, dat zich vooral concentreert in gebieden waar zich veel dopamine producerende neuronen bevinden. Diverse studies hebben geconstateerd dat neuromelanine een beschermende werking uitoefent tegen vrije radicalen en zware metalen. Interessant is dat tyrosine in het lichaam ook fungeert als precursor van dopamine. Tyrosine is daarnaast niet alleen nodig voor de synthese van dopamine en melanine, ook schildklierhormonen en noradrenaline zijn voor hun bestaan afhankelijk van het aminozuur, dat de mens alleen via de voeding binnenkrijgt of beperkt wordt omgezet uit het essentiële aminozuur fenylalaline. Innerlijke en uiterlijke invloeden bepalen de kwaliteit en vorm van pigmentatie, zoals de lichaamsverdeling van melanocytenconcentraties, geslacht of etniciteit, genetische programmering, blootstelling aan chemicaliën en UV-straling. Voorts brengt de huid in vooral het epidermis, net als in de lever, een breed scala aan enzymen (cytochroom P450 of CYP) tot expressie, die in staat zijn lichaamsvreemde chemicaliën, toxinen en farmaceutische substanties af te breken, waarmee de huid in aanraking komt.

Dermis

Het dermis is het domein van de fibroblasten. Deze structuur gevende cellen zijn verantwoordelijk voor de synthese van de eiwitten die de extracellulaire matrix vormgeven, namelijk collageen, elastine, GAG en de glycoproteïnen van de matrix. Het dermis vormt feitelijk het mesenchym van de huid, gescheiden van het epidermis door een membraan. Het is opgebouwd uit twee lagen. In het bovenste laag bevinden zich papillen met zenuwuiteinden en micro-vasculaire vaten. Voorts is hier sprake van een hoge cellulaire dichtheid en veel proteoglycanen. Samen met water en hyaluronzuur vormen zij de GAG, zoals chondroïtinesulfaat, keratinesulfaat en heparine. De matrix van het onderste deel heeft een meer uitgesproken weefseldichtheid. Deze bestaat uit het netwerk van de dikke vezelstructuren van collageen en elastine. Ook bevinden zich hier de haarfollikels, talg- en zweetklieren. Ongeveer negentig procent van de aanwezige eiwitten in het dermis bestaat uit verschillende typen collageen. Collagenen zijn de bouwstenen van de huid, betrokken bij herstel, vormgeving en weefselconsistentie. Elastine is een ander eiwit, dat sterk complementair is aan collageen en zorgt voor, zoals de naam zegt, elasticiteit. De matrixelementen vormen een biologisch speelveld waarbinnen de talloze huidcellen hun functies kunnen vervullen. Ten gevolge van veroudering vermindert het volume van de bovenste laag van het dermis, waarbij de vrijgekomen ruimte door de stuggere, onderste laag kan worden ingenomen.

Huid-immunologische as

In het dermis bevinden zich tevens diverse multifunctionele afweercellen, die allergische reacties kunnen ontketenen. Uit wetenschappelijke bevindingen blijkt dat fibroblasten een breed scala aan immunologische moleculen tot expressie brengen, zoals antimicrobiële eiwitten (AMP). Ook produceren zij pro-inflammatoire cytokinen, chemokinen en afweerstimulerende factoren. De AMP fungeren als effectieve factoren tegen pathogene bacteriën, gisten, schimmels en virussen. In de huid resideren bovendien myeloïde en lymfoïde cellen, die in latente staat paraat zijn om te migreren naar lymfeknopen en perifere tolerantie of een robuuste immuunrespons te induceren. Tot de aanwezige myeloïde cellen behoren de Langerhans-cellen, dendritische cellen, macrofagen, eosinofielen, histamine producerende mastcellen en soms neutrofielen, die onder fysiologische omstandigheden geen residenten zijn van een gezonde huid. In de huid komen veel mestcellen voor die zich tijdens immunologische activatie vanuit de dermis rond de haarfollikels groeperen. Mastcellen kenmerken zich met name door hun brede arsenaal aan communicatiemoleculen. Naast histamine produceren zij prostaglandine D2, leukotriënten, cytokinen, zoals IL-1 en IL-8, en immunologische factoren, zoals TNF-α en VEGF. Dit om vaatverwijding en chemotaxis te bewerkstellingen, opdat lokale ontstekingsprocessen gefaciliteerd en geïnitieerd kunnen worden in antwoord op psychische, chemische, mechanische of oxidatieve stress.

De myeloïde cellen dragen bij aan de huidhomeostase door groeifactoren af te geven die de overleving van keratyinocyten, fibroblasten en endotheelcellen ondersteunen. Voorts spelen ze een rol bij handhaving van de optimale weefselfunctie door cellen in apoptose te fagocyteren, de vasculaire integriteit te ondersteunen en immunologische tolerantie te stimuleren. Ten tijde van ontstekingen produceren de myeloïde cellen direct lokale pro-inflammatoire mediatoren, waardoor zij kunnen fungeren als een brug tussen het aangeboren en adaptieve immuunsysteem. De lymfoïde cellen worden gedomineerd door T-lymfocyten en natural killer cellen. Aan de hand van wetenschappelijke bevindingen stelt men vast dat T-cellen in de huid contact onderhouden met dezelfde celtypen in andere barrières, zoals longen en darmen. Men vermoedt dat de twintig miljard (!) T-cellen die de huid herbergt niet vrij circuleren, maar strategisch gepositioneerd zijn als eerstelijnsdefensie. De lokale T-cellen spelen een voorname rol bij de pathofysiologische expressie van huid specifieke ziektebeelden, zoals psoriasis, alopecia areata en vitiligo. B-lymfocyten komen niet tot nauwelijks voor in de huidlagen en worden hier alleen aangetroffen, indien sprake is van pathologische condities.

e aanwezigheid van afweercellen in de huidlagen

De aanwezigheid van afweercellen in de huidlagen

Mueller SN et al. Frontiers in Immunology 5(332), 2014

Lokale microbioom

Gedurende onze evolutie is in de huid een ecosysteem ontstaan dat is opgebouwd uit een ingenieus immuunsysteem en een flora opgebouwd uit micro-organismen, zoals bacteriën, gisten en virussen. Beide zijn met elkaar verbonden en vormen samen een biologische en immunologische barrière. Ongeveer 25 procent van deze micro-organismen bevindt zich rond de talgklieren en haarfollikels. De dominante bacteriën zijn de Staphylococcus epidermis en de Propionobacterium acnes, terwijl het kanaal waarin de follikel zich bevindt een eigen microflora kent van specifieke bacterieculturen. Elk individu heeft een unieke samenstelling van micro-organismen, die in symbiose leven met het immuunsysteem van de huid. Hierdoor is het lokale microbioom in staat immuunreacties te moduleren, induceren en trainen. De alliantie tussen huidimmuniteit en lokale flora zorgt normaliter voor bescherming tegen externe pathogenen en tolerantie ten opzichte van commensale micro-organismen. Tevens beschikt de haarfollikeleenheid over een unieke immunologische status die normaliter niet reageert op lichaamseigen afweereiwitten en sterk gericht is op het voorkomen van infecties, Verminderde immunologische intolerantie en een verstoorde microbiële symbiose ten gevolge van huidbeschadigingen, hormonale deregulatie, contact met schadelijke chemicaliën en/of genetische predispositie kunnen de symbiose veranderen in een dysbiose met verhoogde infectiegevoeligheid en verzwakte barrièrefunctie tot gevolg.

Neuro-endocriene communicatie

De haarfollikel vormt samen met de talgklier en follikelspier een functionele eenheid. Deze eenheid is een verzamelplaats van keratinocyten, melanocyten, mestcellen en zenuwuiteinden, waarbij dit orgaantje een grote gevoeligheid heeft voor stress gerelateerde hormonen als doelwit én als producent. Dit betekent dat de huid niet alleen via centrale aansturing beïnvloed kan worden, maar ook perifere stressregulatie kent. De functionele eenheid is doelweefsel voor vele endocriene signalen, waaronder steroïdhormonen, CRH en ACTH, schildklierhormonen, retinol, vitamine D3, insuline, prolactine, neurotransmitters, endorfinen en prostaglandinen. Die endocriene signalen beïnvloeden de totale biologie van de haarfollikel van ontwikkeling, groei en pigmentatie tot immunologische interactie en zorgen voorts voor een perifere stressrespons. Niet alleen kan de functionele eenheid reageren op lichaamseigen hormonen, zij heeft ook zelf de capaciteit boodschappermoleculen te produceren, zoals cortisol, CRH, ACTH, α-MSH, melatonine en NGF. Aldus manifesteert de huid de lokale inventaris benodigd voor de synthese van stresshormonen, waarbij uit experimentele bewijsvoering is gebleken dat zich een functionele cascade kan voordoen gelijk de centrale HPA-as. Daar de meeste compartimenten geïnnerveerd worden door autonome en/of somato-sensorische zenuwvezels ontstaat een signaaluitwisseling van en naar het centrale zenuwstelsel.

De huid als stressorgaan

De huid als stressorgaan

Arck PC et al. Journal of Investigative Dermatology 126: 1697–1704, 2006

Serotonine en melatonine

Het epidermis en dermis beschikken daarnaast over alle benodigde enzymen om serotonine te maken. Uit het essentiële aminozuur L-tryptofaan kunnen zowel melanocyten als keratinocyten het peptidehormoon aanmaken uit de biologisch actieve vorm hydroxytryptamine (5-HTP). De belangrijkste producenten van serotonine in de huid zijn echter bloedplaatjes, mastcellen en Merkelcellen. Serotonine is vooral bekend als neurotransmitter, die werkt via het zenuwstelsel en betrokken is bij stemming, gevoel, cognitie, pijnbeleving, voedingsgedrag, seksuele activiteit, slaap- en waakritme. Ook kan het molecuul functioneren als cytokine, groeifactor en regulator van de spiertonus, afhankelijk van het aanwezige type serotoninereceptor. Serotonineproductie vindt primair plaats in de darmen en daarnaast worden kleinere hoeveelheden geproduceerd in onder meer de hersenen. De directe stimulatie van serotonineproductie in de huid komt tot stand door verbranding en andere vormen van fysieke of mechanische huidverandering. Hierbij is sprake van seizoenvariatie bij de omvang van productiecapaciteit.

De serotoninestimulatie in de huid speelt een belangrijke rol bij wondgenezing en stabilisering van de bloedtoevoer. Naast genoemde eigenschappen fungeert serotonine tevens als lokale voorloper van een ander peptidehormoon, namelijk melatonine. Melatonine wordt primair geproduceerd in de pijnappelklier of epifyse en in het oognetvlies, onder invloed van lichtwaarneming en onder controle van de biologische klok die eveneens in de hersenen gezeteld is. Kleinere hoeveelheden melatonine kunnen worden aangemaakt in het maag-darmkanaal, door het afweersysteem, de ovaria en huid, alwaar het molecuul werkzaam kan zijn als hormoon, neurotransmitter, cytokine en vertegenwoordiger van het Circadiaanse ritme. Melatonine is tevens een vrije radicalenremmer en beschermt tegen schade door endogene en exogene factoren. Bovendien kan het vroegtijdige celdood voorkomen, de proliferatie van kankercellen remmen en heeft het mogelijk een stimulerende uitwerking op het afweersysteem. In de huid kan melatonine haargroei en pigmentvorming reguleren en bescherming bieden tegen UV-straling, verbranding en tumorgenese.

Conclusies

De huid kent verschillende lagen met diverse weefsels die zijn opgebouwd uit vetzuren, keratine, collagenen, elastine en een matrix. In de huid zijn tevens afweergerichte cellen actief en pigmentvormende cellen. Daarnaast kent de huid diverse enzymen die betrokken zijn bij de lokale stofwisseling. Ook bevinden zich in de huid klieren en follikels die een substantiële bijdrage leveren aan het fysiologisch evenwicht. De haarfollikels blijken een centrale plaats in te nemen in de dermatologische stressregulatie, die in staat is tot lokale productie van stresshormonen, neurotransmitters, endorfinen en vitamine D. Aldus ontstaat een hersen-huidconnectie met neuro-endocrien-immunologische uitwisseling, die relatie kan hebben met de mentaal-emotionele gesteldheid.

Wetenschappelijk webinar

ReThink Foundation organiseert elke maand een wetenschappelijk webinar waaraan u gratis deel kunt nemen. Hierin reiken wij u de theoretische onderbouwing voor de praktische interventies die u aan uw cliënten voor kunt leggen. Dit wetenschappelijk artikel is een verdieping op het webinar ‘Onze huid als zesde zintuig’, deze kunt u terugkijken op het moment dat u het beste past. Onder het kopje ‘opleidingen‘ vindt u alle wetenschappelijk webinars en seminars die dit jaar gepland staan of waarvan u de opgenomen versie terug kunt kijken.

Tobin DJ. Biochemistry of human skin—our brain on the outside. Chem. Soc. Rev. 35: 52–67, 2006

Brandner JM et al. Organization and formation of the tight junction system in human epidermis and cultured keratinocytes. Eur. J. Cell Biol. 81: 253–263, 2002

Houben E, De Paepe K, Rogiers V. A keratinocyte’s course of life. Skin Pharmacology and Physiology. 20(3): 122–32, 2007

Sulaimon SS and Kitchell BA. The biology of melanocytes. Veterinary Dermatology 14: 57–65, 2003

Box NF and Terzian T. The role of p53 in pigmentation, tanning and Melanoma. Pigment Cell Melanoma Res. 21: 525–533, 2008

Westerhof W. Evolutionary, Biologic and Social Aspects of Skin Color. Dermatologic Clinics 25: 293-302, 2007

Plonka PM et al. What are melanocytes really doing all day long…? Controversies in Experimental Dermatology 18: 799-819, 2009

Slominski A et al. Melanin Pigmentation in Mammalian Skin and Its Hormonal Regulation. Physiol Rev 84: 1155-1228, 2004

Vitamin D and Skin Health. Linus Pauling Institute. https://lpi.oregonstate.edu/, 2020

Boelsma E, Hendriks HFJ and Roza L. Nutritional skin care: health effects of micronutrients and fatty acids. Am J Clin Nutr 73: 853–64, 2001

Park K. Role of Micronutrients in Skin Health and Function. Biomol Ther 23(3): 207-217, 2015

Rippa AL et al. Regeneration of Dermis: Scarring and Cells Involved. Cells 8(607), 2019

Nguyen AV and Soulika  AM. Dynamics of the Skin’s Immune System. Int. J. Mol. Sci. 20(1811), 2019

Di Meglio P. The Multitasking Organ: Recent Insights into Skin Immune Function. Immunity 35, 2011

Christensen GJ Bruggemann H. Bacterial skin commensals and their role as host guardians. Benef. Microbes 5: 201–215, 2014

Abdallah F et al. Skin Immune Landscape: Inside and Outside the Organism. Mediators of Inflammation, volume 2017

Ralf Paus, Petra Arck, Stephan Tiede. (Neuro)endocrinology of epithelial hair follicle stem cells. Molecular and Cellular Endocrinology, Elsevier 288 (1-2), 2008

Arck PC et al. Neuroimmunology of Stress: Skin Takes Center Stage. Journal of Investigative Dermatology 126: 1697–1704, 2006

Nordlind K et al. The skin as a mirror of the soul: exploring the possible roles of serotonin. Experimental Dermatology,17, 301–311, 2007

Sadiq A et el. The Role of Serotonin during Skin Healing in Post-Thermal Injury. Int. J. Mol. Sci. 19(1034), 2018

Slominski A, Wortsman J, Tobin DJ. The cutaneous serotoninergic/melatoninergic system: securing a place under the sun. The FASEB Journal 19: 176-194, 2005

Slominski A, Tobin JD, Zmijewski MA, Wortsman J, Paus R. Melatonin in the skin: synthesis, metabolism and functions. Trends in Endocrinology and Metabolism, 19(1): 17-23, 2007

Slominski AT et al. How UV Light Touches the Brain and Endocrine System Through Skin and Why. Endocrinology 159: 1992–2007, 2018